“We werkten echt als een team en er was meer gelijkwaardigheid.” Over de voordelen en uitdagingen bij het werken met een batchplanning vertellen architect Daniëlle Huls van KettingHuls, Robbert van den Haak van Vink Bouw en Michiel Groeneveld van Vibes. Bij het project De Werf in de wijk Nobelhorst (Almere) werkten zij integraal samen in de DO-fase. Het project bestaat uit diverse gebouwen rondom de Hoge Vaart: een bijna 40 meter hoog gebouw (‘de Silo’) met 55 appartementen, ‘de Loods’ met 60 appartementen en tien grondgebonden kadewoningen. Bij een batchplanning worden onderdelen eerst helemaal uitgedacht en vastgelegd, voordat met het volgende onderdeel wordt begonnen.
Hoe het begon
Daniëlle is met haar architectenbureau KettingHuls al vanaf het begin betrokken bij dit project, zo’n acht jaar geleden. “Eerst was Vink Bouw alleen betrokken als bouwer, maar later ook als mede-initiatiefnemer samen met Open Development. De locatie bestond eerst alleen uit bos, het water was er nog niet. De gemeente Almere wilde hier graag een hoog gebouw dat je vanaf de autoweg kan zien. Maar het was nog niet duidelijk hoeveel en welke woningen er moesten komen. In de tijd veranderde er veel, maar langzamerhand kreeg het steeds vastere vormen.” Robbert is vanaf ongeveer vier jaar geleden betrokken bij het project. “Vanaf het SO tot en met de bouwaanvraag. Mijn rol is om het project technisch en financieel zo goed mogelijk te realiseren. Niet in elk stadium was ik er even intensief mee bezig, maar wel altijd met veel plezier. Het is een prachtig project en nu ben ik ook echt extreem blij dat het ook gerealiseerd gaat worden.”
April 2023 werd gestart met het definitief ontwerp en startte de samenwerking met Vibes. Voor Daniëlle was het de eerste keer dat ze samenwerkte met Vibes. “Het is mij goed bevallen. Met Michiel was het heel aangenaam werken. Hij is heel netjes en accuraat en ook heel rustig. Hij laat zich niet snel van slag brengen.” Ook Robbert is te spreken over de samenwerking met Vibes. “Het verliep uitstekend en de kwaliteit van hun werk is goed. Ik werkte al eerder samen met Vibes, maar nog niet eerder met Michiel.”
Batchplanning
Voor de uitwerking van het definitief ontwerp is er gewerkt met een batchplanning (een gebouwonderdeel-planning). Daniëlle was in eerste instantie een beetje sceptisch. “Ik was er een beetje ‘bang’ voor. Als je iets besluit, dan staat het vast en dan kan je niet meer terug. Als ontwerper ga je toch alles in zijn totaliteit bekijken. Je werkt in een soort ‘loops’ waarbij je altijd weer terug gaat naar het begin. Maar het werkte heel goed. Tijdens de eerste bijeenkomst vond ik het al erg overzichtelijk. En ook wel geruststellend dat ik niet alles in één keer hoefde te overzien.” Robbert was vanaf het begin positief over dit concept. “In het klein eerst dingen uitzoeken, het daarover eens worden en dat doorkopiëren. Echt alles eerst uitwerken voordat je verder gaat. Je maakt het meer behapbaar en controleerbaar. Dus ik was wel enthousiast en ook wel nieuwsgierig. Ik had er al het een en ander over gehoord en was benieuwd hoe het in de praktijk zou werken.” Michiel vult aan: “Als we iets bedachten, konden we het volgens mij ook goed overzien waar in het gebouw het effect had.” Dat beaamt ook Robbert: “We stonden er bij stil waar het allemaal terug zou komen. Een klein punt dat bijvoorbeeld een paar centimeter opschuift, wat heeft dat voor gevolgen? Daar konden we het altijd met elkaar over hebben en het ook visualiseren.”
Co-makers en onderaannemers
Onderaannemers en co-makers sloten op gezette tijden ook bij de overleggen aan. “Voor de start van het DO waren we al best wel lang bezig met het project en dat betekende dat we al wel veel hadden uitgezocht. Met Daniëlle en diverse onderaannemers hadden we al veel uitgangspunten doorgenomen. Toch hadden we nog wel input nodig,” aldus Robbert. “Een valkuil voor mij was dat ik het idee had dat we het wel wisten, maar dat bleek toch niet altijd zo te zijn. Dat was wel een leerpunt. Wij waren er dagelijks actief mee bezig, terwijl we co-makers en onderaannemers voor specifieke onderdelen nodig hebben. We hebben ze nu op een bepaald moment betrokken, om in een keer de informatie over dat onderdeel duidelijk te krijgen.” Michiel vult aan dat hij bij andere processen vaak ziet dat het adhoc moet gebeuren. “Dat was bij dit project niet zo. Het was duidelijk met wie we wanneer aan tafel zouden gaan. En omdat je in een team werkt, heeft iedereen dezelfde informatie en wordt de informatie niet verspreid gedeeld. Je hebt dus ook altijd de meest up-to-date informatie. En je komt samen ook tot betere oplossingen omdat je alle randvoorwaarden hebt en die kan meenemen in het hele proces.”
Teamgevoel
De integrale aanpak lijkt het teamgevoel te vergroten. Door deze aanpak had Danielle het idee dat je als team werkt, dat je het met elkaar doet. “Als architect word je soms een beetje als vervelend of irritant ervaren. In dit proces voelde ik me er meer bij betrokken. Ik wist wat er speelde en had daar ook begrip voor. Ik hoef niet van alles wat te vinden, maar het maakt het wel makkelijk om te anticiperen of om een reactie te geven. Het is goed om te weten welke reden iets wel kan of wat een gepasseerd station is, ook omdat onderaannemers onderdeel van de overlegstructuur waren.” Ze had grip op het proces: “Normaal zit je toch in een soort rolpatroon en heb je het gevoel dat je er buiten wordt gehouden. Dan kan je de neiging hebben om er aan te gaan trekken om er grip op te krijgen. Maar ik was op een betere manier onderdeel van het proces en had ik meer het gevoel van ‘samen’. Robbert vond het heel prettig om zo veel mogelijk als team te opereren. “Wel ieder in hun eigen rol, maar met een gezamenlijk doel. Dat is prachtig. Je kan heel snel besluiten nemen in plaats van elke keer achter elkaar aan, want dat maakt het proces echt traag. De uitdagingen werden besproken en snel werd erover besloten. Dat komt de sfeer ook ten goede.” Ook Michiel vindt dat het voelde als een team. “Je komt samen tot oplossingen en je hebt ook begrip voor elkaars standpunten.” Daniëlle vult aan: “Je hebt echt het gevoel dat je samen aan het ontwikkelen bent. In plaats van dat je strak in je eigen rol blijft zitten.”
Gelijkwaardig
Vooraf was afgesproken om elke keer afwisselend bij elkaars locaties af te spreken, uit sympathie om de reistijd te verdelen. Het gevolg was dat er meer gelijkwaardigheid was tussen de partijen en meer teamgevoel. “Het is ook wel belangrijk om fysiek bij elkaar te zitten. Dat schakelt echt wel makkelijker. Een deel wordt natuurlijk wel hybride gedaan. Zo belde de constructeur in als er een batch werd behandeld die niet veel gevolgen had voor de constructie,” aldus Robbert. Daniëlle vindt dat het sympathiek dat je de reistijd met elkaar verdeelt. “En het is leuk om te zien waar Iedereen werkt. En ook nog eens goed voor het teamgevoel, je voelt je gelijkwaardig. De plek waar je bij elkaar komt, bepaalt vaak de hiërarchie in het team.”
Goede ordening
Een goede planning en slimme volgorde van de batches is heel belangrijk. “Want dat bepaalt wel in grote mate het succes. Ik vond dat we een goede planning en een goede verdeling van de batches hadden. Die hebben we ook samen bepaald. Hoewel we wel een paar keer moesten schuiven,” vertelt Robbert. “Dat had te maken met de beschikbare informatie of met de wens over een bepaalde output. Batchplanning moet wel passen bij je project, er moet wel een bepaalde mate van repetitie in zitten.” Michiel is het ermee eens: “Bij meerdere gebouwen van verschillende architecten en opdrachtgevers wordt het lastiger. Je moet wel een goed overzicht hebben over het totaal, want er zijn veel variabelen.”
Behapbaar
De doelstelling voor de start van de batchplanning was om alle input van een bepaalde batch voordat het wordt uitgewerkt bij elkaar te hebben. “Het voelt toch minder als een hele berg.” zegt Robbert. “Het maakt het klein en behapbaar.” De batches zijn niet van grof naar fijn bedacht, maar startten bij het meest complexe onderdeel van de Silo, de balkons. “De balkons zijn op belangrijke architectonische lijnen in het gebouw bedacht,” vertelt Daniëlle: “Door bij de balkons te beginnen, daarna de gevelelementen en daarna de kozijnen te bekijken, gingen we van de hoofdstructuur en daarna de nevenstructuur. De batches sloten daar goed op aan. Dus de ordening van de batches kan het ontwerpproces ook helpen. De volgorde daarvan.” Robbert: “Het is maar een klein onderdeel, zo’n balkon, maar het uitpluizen daarvan geeft veel input voor het hele gebouw.”
Uitdagingen
Natuurlijk waren er ook uitdagingen tijdens het proces. Robbert vond het bijvoorbeeld lastig om partijen aan tafel te krijgen die minder actief bij het proces waren betrokken. “”Je vergeet wel eens twee of drie batches vooruit te kijken, omdat je zelf nog intensief bezig bent met een batch en dan onderschat je het om een partij op tijd aan tafel te krijgen. Dat heb ik wel een beetje onderschat. En wat ook beter kon – het is niet slecht gegaan – maar het meenemen van het optimalisatielijstje. We hadden het VO afgerond met zo’n lijst en in de loop van het project krijg je er toch telkens mee te maken, met open eindjes.” Daniëlle heeft dat uiteindelijk niet als heel vervelend ervaren. “Omdat we daar aan het eind van het VO al veel consensus over hadden. Aan het begin van het DO hebben we daar ook met Michiel over gesproken. Het scheelt dat we het VO hadden afgesloten met een goede set details wat veel houvast gaf, technisch en esthetisch gezien. Want de kwaliteit zit toch in de details.” Michiel is het ermee eens: “In de details hebben we de optimalisaties al aardig doorgevoerd. We bespraken met Daniëlle over waar voor haar de kern zit qua esthetiek. We hebben ook optimalisaties toegepast om het gebouw te versimpelen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij de Silo waar we de hoeken van de gebouwen aangepast hebben, zodat er meer eenheid in het gebouw is gekomen zonder dat het afbreuk doet aan de architectuur.” Daniëlle is het daarmee eens. “In het VO was al veel bepaald en in het DO hebben we aan bepaalde architectonische uitgangspunten vastgehouden. We keken steeds naar wat belangrijk was om overeind te houden en waarop we nog konden optimaliseren. Naar mijn gevoel zijn er geen rigoureuze aanpassingen geweest. Het was het meer het finetunen van het plan.” Dat ervaart Robbert iets anders: “Een rigoureuze wijziging was bijvoorbeeld dat het casco van de Loods van clt naar beton is gegaan. We hadden liever met CLT gebouwd in verband met duurzaamheid. Gelukkig konden we in het prefab beton-casco veel van dezelfde principes als het CLT-casco aanhouden. Hierdoor hebben we het gebouw haast 1-op-1 kunnen omzetten naar prefab beton.” Daniëlle: “Ik heb dat optimalisatieproces ervaren dat het op een zoekende manier ook deel van het traject was. Eigenlijk ben ik ook meteen begonnen om varianten uit te werken en die konden we dan weer bespreken. Dus ik vond het een heel soepel proces.” Robbert vult aan: “Michiel en Büsra van Vibes hebben er veel tijd in gestoken om op tijd dingen aan te passen, omdat we anders stil zouden komen te liggen met de batchplanning.” “Dat hebben we goed gedaan met elkaar,” vindt Michiel. “Die optimalisatierondes worden vaak onderschat,” zegt Robbert. “Het is niet meer dan een ‘spreadsheet’, maar de impact op het gebouw is vaak groot. Het duurt langer en het levert vaak frustratie op. In dit geval bleef die frustratie achterwege.”
Toepassing
Robbert past het werken met een batchplanning nu ook toe op een ander project. “Hoewel het wel bij het project moet passen, geloof ik er echt in. Iedereen moet er in geloven, anders is het trekken aan een dood paard. Bij het project waar ik nu mee bezig ben, heb ik geprobeerd iedereen mee te nemen. Ik merk wel dat bepaalde partijen wel nog wat conservatiever in staan. Die willen hun eigen volgorde aanhouden, want of ze vinden het niet handig om steeds met kleine brokjes te werken. Of ze zijn in eerste instantie argwanend: zo van ‘wanneer krijgen we alles?’ ‘Nee, je krijgt niet alles, je krijgt een deel.’ Dat moet nog even tussen de oren komen.”
Daniëlle is het werken op deze manier erg goed bevallen: “Laatst was ik bezig met een ander project waarbij het in een keer van het DO naar het TO ging. Dan wordt het bij wijze van in een keer ‘over de schutting gegooid’. Een hele brei die je dan moet overzien. Je weet niet wat er allemaal gebeurd is waardoor het veel chaotischer voelt.”
Stand van zaken
Op korte termijn gaat de bouw van de Silo en de Loods beginnen. De kadewoningen gaan binnenkort in de verkoop. Robbert: “Mijn collega’s van realisatie zijn er nu druk mee, maar mijn rol is klaar. We hebben echt een mooie prestatie met elkaar geleverd!” Michiel vertelt dat Vibes complimenten krijgt van werkvoorbereiding bij Vink Bouw. Dat ze weinig dingen hoeven uit te zoeken en dat het model goed in elkaar zit. “We hebben het als team zo goed opgezet dat het makkelijk loopt in deze fase.” Daniëlle is benieuwd naar het resultaat: “Toen ik daar laatst was leek het een klein haventje omdat de gebouwen er nog niet staan.” Ze is benieuwd naar het resultaat als de gebouwen er straks staan.” “Over ongeveer 1,5 jaar weet je het!” zegt Robbert. “Dan zijn als het goed is de gebouwen gerealiseerd.”
Meer informatie over onze deelname aan het project is hier te vinden en dit is de link naar de verkoopsite.