Het Dutch Institute for Fundamental Energy Research (DIFFER) wil haar gebouw – dat geopend werd in 2015 – in 3D gaan beheren. Zij vroegen SRON hoe zij dat deden. SRON maakt net als DIFFER deel uit van de NWO-onderzoeksinstituten (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). SRON heeft DIFFER verwezen naar ons, omdat SRON erg tevreden is over het 3D beheer wat inzichtelijk is via Dalux.
Susan Stokkink: “DIFFER wil graag alle informatie op één plek hebben en deze altijd actueel kunnen inzien. Wij hebben het model in Dalux gezet. Het model is helaas nog niet helemaal actueel. De mutaties vanaf de nieuwbouw moesten nog worden verwerkt. We zijn daar nu druk mee bezig. Peter van der Sluis, Installatie Verantwoordelijke DIFFER, brengt de mutaties in kaart. We hebben de mutaties in de technische ruimte verwerkt en zijn nu bezig met onder andere de begane grond.”
Gebouwgebonden installaties
Peter van der Sluis vertelt over de opzet: “Bij DIFFER hebben we gebouwgebonden installaties en installaties die gebruikt worden bij experimenten. In het BIM-pakket concentreren we ons op de gebouwgebonden installaties. De installaties voor de experimenten zien we als tijdelijk, ook al staan ze er misschien wel dertig jaar.” DIFFER heeft ervoor gekozen om het model bij een onafhankelijke partij onder te brengen, dus niet gekoppeld aan een onderhoudspartij. “Dat maakt dat wij altijd de keus hebben en niet gebonden zijn aan een bepaalde onderhoudspartij,” aldus Peter. “De onderhoudspartij levert wijzigingen aan volgens de specificaties van het BIM-pakket en die worden dan weer door VIBES verwerkt.” Hij is tevreden over de samenwerking: “Helaas heb ik niet altijd even veel tijd om mij met de mutaties bezig te houden. Ik moet dan op locatie gaan kijken hoe de situatie is ten opzichte van het model en opmerkingen in Dalux aangeven en foto’s aanleveren. Dat is tijdrovend.” De verdieping met de meest belangrijkste installaties is afgerond, nu zijn Peter en VIBES bezig met de begane grond. “Als laatste komen de kantoren, collegezalen en algemene ruimtes aan de beurt.”
Goed beeld
Peter maakte al meerdere keren gebruik van het model. “Zo liet ik een externe meekijken in het model om de situatie uit te leggen. Dat geeft hem dan een goed beeld.” Ook bij wijzigingen in installaties van de experimenten maakt hij gebruik van het model. “Laatst moesten meerdere gaskasten verplaatst worden. Daarin worden gasflessen opgeslagen en er moet een continue afzuiging in zijn. Op locatie kon ik moeilijk zien wat er achter zat, maar in het model kon ik dat wel goed zien.” Ook bij andere vragen voor installaties voor experimenten doet het model dienst. “Ze willen dan iets plaatsen of upgraden en vragen dan of een bepaalde leiding dik genoeg is of dat er voldoende vermogen is. Ook daarvoor gebruik ik informatie uit het model.”